Het bedrag der strafrechtelijke geldboeten uitgesproken door de hoven en rechtbanken krachtens het Strafwetboek en de bijzondere, zelfs van na deze wet daterende wetten en reglementen, wordt met [1 zeventig ]1 decimes verhoogd, zonder dat die verhoging het juridisch karakter van die boeten wijzigt. <W 2000-06-26/42, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <W 2003-02-07/38, art. 36, 007; Inwerkingtreding : 01-03-2004>
De hoven en rechtbanken stellen in hun arresten of vonnissen vast, dat de geldboeten ten laste van de beklaagde uitgesproken bij toepassing van het Strafwetboek, van de bijzondere wet of van de bijzondere reglementen, met [1 zeventig ]1 decimes is verhoogd bij toepassing van deze wet; tevens wordt het uit die verhoging voortvloeiende cijfer vermeld. <W 2000-06-26/42, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <W 2003-02-07/38, art. 36, 007; Inwerkingtreding : 01-03-2004>
De opdecimes worden terzelfdertijd en door dezelfde middelen als de hoofdsom geïnd, overeenkomstig de wet en het vonnis van veroordeling.
(NOTA : de opdecimes werden in het veleden verhoogd als volgt :
- 190 opdecimes bij W 1952-03-05/30, Inwerkingtreding : 13-04-1952 (oorspronkelijk aantal)
- 290 opdecimes bij W 22-12-1969, art. 1, Inwerkingtreding : 10-01-1970
- 390 opdecimes bij W 25-06-1975, art. 1, Inwerkingtreding : 03-08-1975
- 590 opdecimes bij W 02-07-1981, art. 36, Inwerkingtreding : 08-07-1981
- 790 opdecimes bij W 1989-12-22/31, art. 326, Inwerkingtreding : 09-01-1990
- 890 opdecimes bij W 1991-07-20/30, art. 48, Inwerkingtreding : 11-07-1991
- 990 opdecimes bij W 1996-06-26/30, art. 162, Inwerkingtreding : 10-07-1992
- 1490 opdecimes bij W 1993-12-24/33, art. 1, 1°, Inwerkingtreding : 01-01-1994)