<KBN 07-12-1983, art. 6> § 1. De overschrijdingen bedoeld in de artikelen 22, 1° en 2°, 23, 24, 25, en 26, § 1, 3°, en § 2, zijn enkel toegelaten op voorwaarde dat gedurende een periode van een trimester, gemiddeld niet langer dan 40 uren per week wordt gewerkt.
Die bepaling is eveneens van toepassing op de overschrijdingen begaan in strijd met de bepalingen van deze wet of van andere wetsbepalingen.
De referteperiode van een trimester kan worden verlengd tot ten hoogste een jaar :
- door de Koning;
- door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
- of bij ontstentenis, door het arbeidsreglement (.... ) <W 1996-07-26/32, art. 38, 015; Inwerkingtreding : onbepaald>
(Ze kan echter enkel worden verlengd door de Koning of door een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst indien ze toepasselijk is op nachtarbeiders. Voor de toepassing van dit lid dient onder nachtarbeider te worden verstaan, diegene die gewoonlijk tewerkgesteld wordt in een arbeidsregeling bedoeld in artikel 38, § 4. ) <W 1998-12-04/31, art. 5, 1°, 019; Inwerkingtreding : 27-12-1998>
In geval van toepassing van de door artikel 20bis bepaalde afwijking, is de periode bedoeld in het eerste lid, voor de toepassing van de artikelen 25 en 26, dezelfde als de periode vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement.
Om dit gemiddelde te berekenen, wordt geen rekening gehouden met de overschrijdingen van de in de artikelen 19 en 20 vastgestelde grenzen die voortvloeien uit de toepassing [2 van de artikelen 25bis en ]2 26, § 1, 1° en 2°.
De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, alsmede door of krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst, de periodes van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bepaald in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de rustdagen toegekend met toepassing van artikel 29, § 4, van deze wet, gelden als arbeidsduur voor de berekening van de gemiddelde arbeidsduur, bedoeld in het eerste lid.
[1 Achtste lid opgeheven. ]1
Onder trimester in de zin van dit artikel wordt verstaan de periode gedekt door de uitbetalingen waarvan de sluitingsdag in eenzelfde kalenderkwartaal is gelegen. <W 1994-12-21/31, art. 79, 011; Inwerkingtreding : 02-01-1995>
[1 § 1bis. [2 In de loop van de in paragraaf 1 bedoelde referteperiode mag op geen enkel ogenblik de totale duur van de verrichte arbeid de toegelaten gemiddelde arbeidsduur over dezelfde referteperiode, vermenigvuldigd met het aantal weken of delen van een week die reeds in deze referteperiode verlopen zijn, overschrijden met meer dan 143 uren.
Een collectieve arbeidsovereenkomst die door de Koning algemeen verbindend verklaard is, kan die grens van 143 uren verhogen.
De in de betrokken referteperiode met toepassing van artikel 25bis gepresteerde overuren worden meegeteld in de totale duur van de verrichte arbeid bedoeld in het eerste lid, met uitzondering van de eerste 25 gepresteerde uren. Dit aantal van 25 uren kan verhoogd worden tot maximum 60 uren bij een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst. ]2 ]1
§ 2. De bij artikel 22, 3°, bedoelde overschrijdingen zijn enkel toegelaten op voorwaarde dat de inhaalrust die overeenstemt met de overschrijdingen van de bij artikel 19 vastgestelde grens van de wekelijkse arbeidsduur, toegekend worden binnen dertien weken die volgen op die overschrijdingen.
§ 2bis. [1 Op vraag van de werknemer worden 91 uren per kalenderjaar, gepresteerd overeenkomstig artikel 25 of artikel 26, § 1, 3°, niet aangerekend bij de berekening van het gemiddelde bedoeld in paragraaf 1 en niet in aanmerking genomen voor de naleving van de grens bedoeld bij paragraaf 1bis.
De werknemer moet deze vraag gesteld hebben nog voor de betaalperiode gedurende welke de prestaties werden verricht, verlopen is.
Deze 91 uren kunnen worden verhoogd tot 130 uren of tot 143 uren volgens de procedures vastgesteld door de Koning. In het kader van deze procedures kan de Koning toelaten om af te wijken van de artikelen 11 en 12 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen. Bij de toepassing van deze procedures, zal bijzondere aandacht besteed worden aan de werkgelegenheid, de gezondheid en veiligheid van de werknemers en de kwaliteit van de arbeid. ]1
§ 3. (In geval van toepassing van de artikelen 25 en 26, § 2, en voor zover er niet gelijktijdig gebruik wordt gemaakt van de afwijking bedoeld bij artikel 20bis, mag het gemiddelde over de bij paragraaf 1 bepaalde periode overschreden worden ten belope van 65 uren of met een bij de Koning vastgesteld hoger aantal uren, op voorwaarde dat de inhaalrust toegekend wordt binnen drie maanden of binnen een door de Koning vastgestelde langere periode, volgend op de bij § 1 bedoelde periode waarin de overschrijding is gebeurd ). <W 1985-01-22/30, art. 80, 002>
[1 Ingeval een hoger maximum dan 65 uren werd vastgesteld op grond van het vorige lid, kan de Koning de grens vastgesteld in paragraaf 1bis verhogen. ]1
De inhaalrust moet worden toegekend naar rata van een volledige rustdag per overschrijding die de bij artikel 19 vastgestelde dagelijkse arbeidsduur bereikt. Zij moet samenvallen met een dag waarop de werknemer normaal zou hebben gewerkt indien hij in toepassing van dit artikel geen inhaalrust had genoten en telt als arbeidstijd voor de berekening van het bij § 1 bedoelde gemiddelde.
In de gevallen waarin zij niet binnen de bij het eerste lid bedoelde periode kan worden toegekend (wegens het bepaalde in het derde lid ), wordt de inhaalrust toegekend binnen drie maanden die volgen op het einde van de periode waarin de inhaalrust niet kon worden toegekend. Indien de duur van deze laatste periode evenwel zes maanden overschrijdt, wordt de inhaalrust niet meer toegekend. <W 2005-07-03/46, art. 16, 024; Inwerkingtreding : 19-07-2005>